
Dit schilderij ademt de poëzie van het landschap. Met brede, ritmische penseelstreken vangt de kunstenaar de weidsheid en stilte van een zomerse vlakte.
De kleuren vloeien in elkaar over — warme okers, zachte groenen en paarse toetsen — alsof het licht zelf over het land glijdt. Aan de horizon verheft zich een wit huis met rode daken, een toevluchtsoord van rust tegen de koele bergblauwen en de diepe hemel. De compositie straalt evenwicht en vrijheid uit: het figuratieve en het abstracte ontmoeten elkaar in een spel van kleur en sfeer, waar gevoel belangrijker is dan detail.